animation_direction=”down” animation_speed=”0.1″ hide_on_mobile=”no” class=”” id=””]
“Op hoes op an veur Kesmis” Het is een afscheid op een plek die voor mij inmiddels als ‘thuislocatie’ voelt… Hof te Boekelo, een paar dagen voor Kerstmis, koud en nat buiten maar ‘warm’ en ‘in het licht gezet’ door de vele brandende kaarsen binnen…
Ik blijf deze keer achter de schermen omdat de twee (ruim) volwassen zonen ervoor kiezen om alles zelf te doen. Mijn taak is het op tijd inzetten van beeld en geluid en dat maakt dat ik intensief kan luisteren naar wat er gezegd en vooral ook niet gezegd wordt.
Afgewisseld met muziek die steeds binnen de context van het verhaal past, luisteren we ook naar de kersthit van Enorm ‘Op hoes op an veur kesmis’ en zonder dat ik het door heb stromen de tranen me over de wangen…
Met twee zonen ver weg, waarvan 1 in het buitenland, die inderdaad ‘op hoes op an is’ voor ‘kesmis’ en hoogstwaarschijnlijk ook ‘zien mo zo gerne wil seen’, blijkt mijn gevoelige snaar hierdoor stevig geraakt ….volledig buiten de context waarin ik me op dat moment bevindt, achter de schermen bij een zo mooi door twee zonen gedragen herinneringsbijeenkomst.
Maar is dit niet wat er met iedereen in elke situatie gebeurt? Is het niet zo dat ‘niets is wat het lijkt’ ook hier weer van toepassing is? Ik ben volledig geraakt door iets wat binnen mijzelf gevoelig ligt en als ik zichtbaar zou zijn geweest voor de aanwezige familie hadden ze wellicht gedacht dat ik een goede bekende van de overledene was… En als ik dan doordenk over hoe alles er ‘van buiten’ uitziet en we ons vaak niet realiseren wie of wat daarachter steekt, wil ik in deze donkere dagen voor kerst vooral mijn eigen kwetsbaarheid in dit bijzondere vak met jullie delen.
Stilstaand en terugblikkend op het afgelopen jaar word ik stil, heel stil en er ontstaat een gevoel van intense dankbaarheid dat ik van zoveel families met wie ik een prachtig, steeds weer ander, afscheid mocht organiseren, het vertrouwen kreeg om zo dichtbij te mogen komen als soms, totaal vreemde….
Er ontstaat een gevoel van intens verdriet als ik terugdenk aan de twee hele grote persoonlijke verliezen die er ook waren in 2017, op 4 april overleed op 44-jarige leeftijd vriendin Renate en een half jaar later op 10 november vriendin Brigit, 69 jaar jong.
Bewondering voel ik iedere keer als ik luister naar een spreker die ondanks zijn of haar enorme verdriet zichzelf bij elkaar weet te rapen en er gewoon gaat staan, omdat ‘het niet doen geen optie’ is. En natuurlijk respect, een diep gevoel van respect als ik met iemand in gesprek mag over zijn of haar naderende einde…zonder maskers elkaar leren kennen en tegelijkertijd alweer afscheid nemen blijft onvoorstelbaar bijzonder.
Gek genoeg lachen we er ook wat af, zo achter de schermen met collega’s en voor de schermen als we met elkaar bijzondere ontdekkingen doen nadat iemand overleden is.
Zo ontdekten we na het overlijden van een mevrouw van 96 jaar een huis vol stukken zeep, we kennen ze allemaal nog wel, de Lux, SunLight, en Maja-zeepjes die we vroeger in de badkamer tussen onze vingers door voelden glippen onder de douche. De mevrouw in kwestie was ze na de oorlog gaan sparen, want je wist maar nooit….het hebben van honger had ze niet zo erg gevonden, het niet kunnen wassen met zeep was veeeeel erger. En kreeg iedere genodigde een stuk zeep mee naar huis en ontstond daardoor bij iedereen een mooie glimlach….hoe mooi is dat?
Onzeker werd ik het afgelopen jaar door iemand die mij liet weten zich niet te kunnen vinden in mijn manier van werken. Rationeel kun je dat makkelijker pareren door jezelf te troosten met de gedachte dat ‘niet iedereen jouw manier omarmt’ maar toch ben ik mens genoeg om daar niet zomaar overheen te stappen en probeer ik te ontdekken waar ik wellicht ‘de plank missloeg’ zonder me het te realiseren….Ik pak mezelf op en zoek dan de mensen die dicht genoeg bij me staan om eerlijk en oprecht mee te kijken en voelen of een dergelijke kritiek wel of niet terecht was, of dit meer over degene die het uitte zegt of over mijn manier van werken. Het voelt dan als afwijzing en dat is pijnlijk ….maar het heeft me geleerd dat wanneer je ervoor kiest om vanuit je eigen ‘kleur’ te werken je natuurlijk alle niet bij jouw kleur matchende kleuren wellicht afstoot…. Toch hoop ik wel dat in de veiligheid van het intieme contact dat je hebt tijdens een uitvaart, families me ook scherp weten te houden. Als je niet meer openstaat voor verbeteringen, haal je de bezieling uit dit mooie vak.
En zo kan ik nog heel veel mooie en bijzondere verhalen met jullie delen en dat zal ik ook blijven doen, vooral omdat jullie aangeven het zo bijzonder te vinden om op die manier mee te kijken en leven in een bijzonder vak als het mijne.
Het gevoel van thuiskomen bij mezelf is misschien wel wat er als een helikopter boven hangt, de wisselingen in emoties die ik voel als ik terugdenk aan het afgelopen jaar…het jaar waarin ik mooie stukjes mocht schrijven in de BLIK (‘Wars van protocollen en clichés’), verschillende andere media waaronder onlangs Twentse Zakenvrouwen (“Dit werk doe je niet; dit werk ben je). Het jaar waarin ik besloot om niet standaard zwart te willen uitvaren, waarin er mooie samenwerkingen ontstonden. En daar wil ik het tot slot nog even met jullie over hebben.
Iedere keer als ik naar een familie toe rijd om samen met hen een afscheid van een geliefde van hen te organiseren realiseer ik me dat ik nooit, maar dan ook nooit alleen degene ben ‘die het allemaal zo mooi doet’ zoals me soms gezegd wordt. Ik zou nooit de plaatjes die jullie allemaal zien kunnen realiseren als ik niet de samenwerking met de mensen heb die veelal ver of wat minder ver achter de schermen meewerken aan dat ‘mooie plaatje’.
Dan heb ik het over de collega’s die samen met mij zichtbaar zijn in de vorm van ‘mijn styliste’ Ineke Clark, onze gastheren en vrouwen, de cateraars natuurlijk (koffie & cake maar dan anders ☺). Wat minder zichtbaar voor jullie zijn de collega’s van het rouwvervoer & verzorging, de eigenaren van de bijzondere locaties die zo vaak enorm meewerken om alles binnen de meestal korte tijd te realiseren, de collega’s van de kerken of uitvaartcentra en crematoria waar we ook komen met onze bloemen en kaarsen (en die zich dan afvragen ‘wat we toch allemaal gaan doen met die pruttel’)…..om er maar even een paar te noemen.
Zonder hen niet het mooie plaatje wat ik soms met jullie deel. Zonder hen geen Hof Uitvaart&Zorg zoals we ons nu presenteren.
2017 leerde me dat ik geen solist ben of wil zijn en het liet me zien dat ik – naast een bijzondere echtgenoot die onvoorwaardelijk achter me staat – een prachtig ‘team’ om me heen heb met mensen die ieder vanuit hun eigen passie werken waardoor niemand buiten zijn of haar kader hoeft te werken en precies dát maakt me intens gelukkig… als ik dan van een afstandje kijk naar wat we met elkaar voor een familie hebben kunnen organiseren stromen niet zelden tranen over mijn wangen…
Heb het goed met elkaar…